zaterdag, november 24, 2012

Kampala

Op vrijdagochtend vertrekken we richting Kampala, de hoofdstad van Uganda en eindpunt van onze reis. We krijgen een lift van Alfred, onze chauffeur van de voorbije dagen, die in Kampala woont en ook daarheen terugkeert. Handig, dan moeten we de bus niet op en we betalen hem dezelfde prijs als voor een busticket.
Rond 17u30 komen we toe in centrum Kampala. We hebben een hotelletje pal in het drukke centrum uitgekozen (het Tourist Hotel), omdat we deze dynamische, grote stad toch eens even willen ervaren, ook al hebben we gehoord dat het niet de meest aangename plaats is om te verblijven. Ons hotel is gelegen recht tegenover de gedeeltelijk overdekte en hectische Nakasero Market. Op deze markt worden vooral verse eetwaren verkocht: fruit, groenten, kippen, ... Lekker druk is het er in ieder geval wel. Ook in de omliggende straten staat het verkeer aan te schuiven.
Na een verkwikkende douche gaan we op zoek naar een restaurantje. We kiezen Fang Fang uit, wat de beste Chinees van de stad zou moeten zijn volgens de reisgidsen. Het eten is er best ok, maar ook niet wauw. 's Avonds proberen we aan onze blog te werken, want we hebben al een hele tijd geen internetconnectie meer gehad. Hoog tijd om wat up te daten dus! Jammer genoeg valt de connectie in ons hotel al vrij snel uit. Morgen nog een keer proberen.
Op onze laatste dag in Uganda plannen we Kampala wat te verkennen. We lopen even over de Nakasero Market en gaan dan richting Kampala Road en vervolgens naar de Garden City Mall. De stad is effectief niet echt aanlokkelijk en we zijn er al vrij snel op uitgekeken. Nog even een pizza bij Domino's gaan eten en dan houden we het voor bekeken. We werken nog wat verder aan onze blog, zolang de connectie het toelaat en gaan om 16u richting bushalte waar we in een minibus-taxi stappen naar Entebbe. In Entebbe dan nog even een luchthaventaxi in voor de laatste kilometers naar de internationale luchthaven. We zijn heel ruim op tijd (zo'n zes uur op voorhand), dus nog tijd om dit laatste berichtje te posten.
We komen er aan, dus tot heel binnenkort!




De hectische Nakasero Market

vrijdag, november 23, 2012

Kidepo Valley NP

Stipt op tijd (heel on-Afrikaans) komt onze chauffeur Alfred om 8u30 toe aan ons hotel Fugly's. Hij blijkt een hele vriendelijke en behulpzame man, hopelijk kan hij ook goed met de 4x4 overweg. We zijn wel een beetje op onze hoede want hij is niet iemand die dagelijks met toeristen op pad gaat. Hij is eigenlijk politie-officier in de hoofdstad Kampala, maar was toevallig in de buurt om familie te zien en een van de auto's van een van zijn zonen terug naar Kampala te rijden. Gelukkig wil hij ons wel naar Kidepo voeren, ook al is hij er zelf nog nooit geweest :-)
De 3,5 uur durende rit naar Kidepo gaat snel vooruit, want we rijden door een mooi landschap: eerst heel erg vlak, maar van zodra we de regio Karamojoland aansnijden, wordt het een stuk heuvel- of zelfs bergachtiger. Deze regio heeft ook geen al te beste naam: in alle reisgidsen waarschuwen ze dat deze regio nog niet echt veilig is, omdat de Karamojong ervoor bekend staan af en toe voorbijrijdende voertuigen te overvallen, soms voor het geld of de waardevolle spullen, soms gewoon voor de lol. Daarnaast staan er ook heel wat borden langs de weg die waarschuwen voor landmijnen, een uiterst spijtig overblijfsel van de oorlog die hier tot enkele jaren geleden hevig woedde. Over beide zaken hebben we ons vooraf wel bevraagd, en werd ons verteld dat we ons niet al te veel zorgen moeten maken: de Karamojong zouden dit jaar nog niemand overvallen hebben, en ook landmijnen ontploffen er gelukkig nog maar uiterst zelden. Wij geraken alleszins zonder enig probleem tot in Kidepo, al zwaaien de Karamojong net iets minder enthousiast dan andere stammen in Uganda :-)
Rond 12u30 bereiken we het nationaal park, en meteen schakelt Alfred een paar versnellingen lager: uiterst bedachtzaam (om niet te zeggen traag) rijdt hij verder, en eigenlijk is hij veel meer bezig met beestjes spotten dan dat hij oog heeft voor de weg. Het is duidelijk dat dit zijn eerste keer in dit park is, maar vooral dat hij er zelf ook van geniet, wel leuk! Rond 15u vertrekken we met een ranger van het park aan boord voor een game drive doorheen een deel van het park, en zien we heel wat antiloop-achtigen, zebra's en grote kuddes buffels. Hoewel we erg ons best deden, zien we jammer genoeg geen katten onderweg, maar het landschap maakt veel goed: mooie vergezichten over een savanne-landschap bezaaid met acacia's, toppie! Het is dan ook een stuk over zeven (en al donker) wanneer we terug aan onze slaapplaats midden in het park aankomen. Samen met Alfred dan nog een lekkere vegetarische maaltijd verorberen, wat prutsen aan de auto (allez, hij prutsen en wij de lamp vasthouden), en dan weeral op tijd ons bedje in...
De volgende ochtend staan we op om 6u. Na een “rolex” ontbijt (een omelet gewikkeld in een wrap) starten we voor een tweede game drive. Deze keer zien we de zebra's van wat dichterbij en kunnen we ook een groepje giraffen spotten. Ook vandaag weer veel antilopes, buffels, ... maar opnieuw jammer genoeg geen “big cats”.
Op onze terugweg richting Kitgum nemen we nog een paar mede-reizigers mee (als je je eigen vervoer hebt en er is nog plek, dan zijn er altijd wel gegadigden om die plekjes op te vullen). Rond 15u komen we terug aan in hotel Fugly's. Net op tijd, want net dan begint het te stormen. Na een goei douchke om het stof van ons af te wassen, krijgen we een lekkere steak voorgeschoteld. Die verorberen we in een zeer gevarieerd gezelschap: Allen, een Zuid-Afrikaanse huurling (“I kill for money”), Ryan (een jonge Amerikaanse missionaris, qua contrast kan dat tellen), een Australisch koppel (wiens dochter in Red Chili Rest Camp werkt) en Andy, een Zimbabwaan die hier White Nile Safari Walking Tours aan het opstarten is. Tof gezelschap, dus een leuke laatste avond hier in Kitgum...


Op weg naar Kidepo Valley NP door Karamojaland


Buffels waren in het park overvloedig aanwezig












woensdag, november 21, 2012

Reizen van Sipi naar Kitgum

Het wordt weer een reisdag: we nemen eerst een minibusje tot in Mbale, waar we ons vervolgens met behulp van boda-boda's laten droppen bij het UWA (Uganda Wildlife Authority)-kantoor. Daar proberen we wat meer info te bekomen over de nationale parken in het oosten van het land: dichtbij is er Pian Upe en verderop in het noorden, tegen de grens met Zuid-Soedan heb je Kidepo Valley NP. Hoe vriendelijk de man die ons te hulp staat ook is, veel nuttige info over de bereikbaarheid van de parken krijgen we niet. We kiezen er uiteindelijk voor om voort te reizen naar het verst gelegen park: Kidepo Valley NP. Dit zou ook het mooiste moeten zijn.
Opnieuw nemen we boda-boda's tot in het stadscentrum om daarna te wachten op de Postbus naar Lira. De Postbus is een grote rode bus die post tussen steden vervoert en aflevert. Daarnaast is er (naast plek voor de postpakjes) ook plaats voor passagiers (zoals in een gewone bus). Wij hebben gelukkig nog wel elk een zitplaatsje kunnen bemachtigen, maar al gauw zit de bus goed vol en moeten er veel mensen rechtstaan. In het begin is de weg weer heel slecht met veel putten en bulten. Vanaf Soroti (zowat halfweg) is de baan veel beter en gaat het wat sneller vooruit. Om 19u komen we in Lira aan en kappen we onze rugzakken af in een basic hotelletje (Caravan Hotel, 6 euro voor een kamer) vlakbij de Post (waar de bus ons heeft afgezet). Lira is een klein en rustig stadje en nog vrij aangenaam om even rond te lopen om een restaurantje te zoeken. Na een lekkere spaghetti in het Lillian Towers Hotel liggen we er weer op tijd in, want we moeten vroeg (om vijf uur) op morgenvroeg.

In ons hotelletje hadden ze ons laten weten dat er een bus naar Gulu vertrekt om 6u 's morgens. We zijn al op tijd op post, maar aangekomen bij de bussen horen we weer wat anders. Er zijn geen bussen naar Gulu, maar wel een taxi (gewone auto waarin ze, naast de chauffeur, nog zes passagiers proppen (vier op de achterbank en nog twee op de passagierszetel voorin). De taxi vertrekt wanneer de auto (goed) vol zit. We hebben geluk en moeten maar wachten tot 6u15 eer de auto gevuld is. In de koffer wordt ook nog iemand gezet, kwestie van alle plaatsen nuttig te gebruiken. Echt comfortabel kan je het niet noemen, maar we zijn toch weeral op weg. Na een twee uur durende rit komen we in Gulu aan, waar we nog vervoer richting Kitgum moeten zoeken. Een goedgevulde minibus-taxi staat al klaar. Ipv de gewoonlijke veertien passagiers, kunnen er deze keer nog wel vier extra bij (eentje extra per rijtje). Weer lekker gezellig en warm... Rugzakken op het dak, bovenop de andere bagage en we zijn weeral vertrokken. Voor dit stuk is de baan weer lekker slecht, maar we geraken er toch weeral. In Kitgum aangekomen, zoeken we weer boda-boda's om ons naar hotel Fugly's te voeren. In dit hotel zouden ze ons moeten kunnen helpen om vervoer te vinden tot in het Kidepo Valley NP. De vrouw des huizes, Brenda, een vriendelijke Zimbabwaanse, laat ons horen dat we niet naar Kidepo kunnen met hun voertuigen, maar ze slaat wel onmiddellijk aan het bellen om voor ons iemand te vinden die ons wel kan voeren. We hebben geluk en er is iemand in Kitgum met een 4x4 die met ons naar Kidepo wil. We beslissen om de volgende dag te vertrekken om dan één nacht in het park te blijven en donderdag weer terug te keren naar Kitgum. Ons vervoer is dus geregeld. Dan nog even terug Kitgum city in om onze slaapplaats in het park te gaan reserveren en de nodige voorraad water en koekjes in te slaan en dollars te wisselen. Voor de rest van de namiddag en avond doen we het rustig aan: een plons in het zwembad bij het hotel, gezellig keuvelen met de eigenaars (Brenda en haar stiefvader Patrick, een Zuid-Afrikaan). Interessant eigenlijk om de visie en achtergrond van deze mensen te horen: ze hebben wel al wat meegemaakt qua oorlog, weggejaagd uit hun land, ... Na een lekker avondmaal in het hotel kunnen we met een gerust gemoed ons bed in: morgenvroeg zal onze chauffeur Alfred klaarstaan om met ons naar Kidepo te rijden. Het was een hele onderneming, maar we zullen er geraken!

maandag, november 19, 2012

Sipi Falls

Na afscheid te hebben genomen van de overblijvende drifters-collega's, gaan we met een boda-boda (brommer-taxi) naar het centrum van Jinja. Van daaruit nemen we een minibus-taxi (klein busje dat op een vaste route rijdt en vertrekt wanneer er veertien passagiers inzitten) naar Mbale, een stad in het oosten van Uganda. Vanuit Mbale nemen we samen met twee Israëli's een taxi naar Sipi, een plaatsje op 60km van Mbale. We besluiten om twee nachten in de Lacam Lodge te verblijven en bespreken met Roger, een plaatselijke gids, een tocht af voor de volgende dag. De volgende ochtend vertrekken we om negen uur met Roger voor onze tocht langs de Sipi Falls, een reeks van vier watervallen. We komen langs verschillende huisjes en plantages (met koffie, bananen, groenten, ...) die in de heuvels gelegen zijn. Een leuke tocht! 's Avonds gaan we nog even naar een uitzichtpunt van waar je de vier watervallen kan zien. Daarna eten en op tijd in bed (zoals gewoonlijk).


Uitzicht over Sipi


De top van één van de watervallen wordt ook als wasplaats gebruikt


Proeven van een lokaal gebrouwen lauw maïsbier. Redelijk jakkie...


De groene heuvels van Sipi


Eén van de watervallen

zaterdag, november 17, 2012

Jinja

We vertrekken weer op tijd omdat we vandaag via Kampala naar Jinja rijden en Kampala is vaak nogal druk wat het verkeer betreft. En daar aangekomen, blijkt dat wel te kloppen: het is filerijden in de hoofdstad! Rond half twee komen we aan in Adrift Riverbase, waar we de komende twee nachten zullen blijven.
Na een lunch van burgers en frietjes, plannen we alvast om de komende dag te gaan raften op de Nijl. 's Avonds eten we voor het laatst met de ganse groep in een Indisch restaurant in Jinja city. Vanaf morgenvroeg gaat iedereen z'n eigen weg weer en zit de drifters-toer er op.

Om negen uur vertrekken we de volgende dag met een hele bende rafters met een busje naar Bujagali, het startpunt van onze rafting tour op de Nijl. Van de drifters-collega's zijn alleen Ian en Erin er ook bij. De anderen zijn Australiërs, Engelsen en een Keniaan die samen ook een overland tour bezig zijn met Intrepid (een Australische organisatie). Toegekomen aan de startplaats, blijkt dat er vijf rafts de Nijl op zullen gaan. Iedereen volgt dezelfde route, maar je kan de afvaart wat meer of minder spectaculair maken door een moeilijkere of makkelijkere weg door de rapids te kiezen. De Intrepid-reizigers hebben zichzelf al opgesplitst (mannen wilden wat extremer raften dan de vrouwen). Wij tweeën kiezen om ons bij de mannen-raft te voegen; we doen dit ook maar een keer hé, dan kunnen we het beter ineens goed doen!
Na kennismaking met onze begeleider Tim (een kiwi) en de groepsfoto, gaan we de rivier op. Daar leert Tim ons snel de kneepjes van het vak en wat we moeten doen op zijn commando (forward paddle, backward paddle, hold, sit). We oefenen ook even een flipover van de raft, zodat we weten hoe het voelt om omgekieperd te worden en onder de raft terecht te komen. Dan zijn we klaar om eraan te beginnen: vier rapids voor de lunch, na de lunch volgen er nog eens vier. Er zijn er enkele van klasse vijf bij (zes is de hoogste klasse), dat wordt lollig!
De drie eerste rapids zijn vrij gemakkelijk te overwinnen, ook al was de eerste een klasse vijf. De vierde is daarentegen een ander paar mouwen. Je kan hier de chicken lane nemen (de gemakkelijkere weg) ofwel de moeilijkere waarbij je vlakbij “the bad place” komt, een plek waar je waarschijnlijk liever niet in het water terecht komt. We laten de andere vier rafts eerst gaan. Die nemen allemaal de chicken lane, maar toch flippen ze allemaal over. En dan wij nog... Wij gaan natuurlijk voor de moeilijkere weg langs the bad place. En wonder boven wonder houden we onze raft recht en vliegen er maar twee mannen overboord (onze begeleider Tim en Elisiah, de Keniaan). Een super kick, echt geweldig!
Na een goeie lunch volgen er nog vier rapids. Nummers vijf, zes en zeven komen we weer zonder al te veel problemen door. Gezien het toch de bedoeling is om minstens één keer over te kieperen, kiezen we bij de achtste rapid opnieuw voor de moeilijkste en haast onhaalbare weg: de Bell Wave (de andere twee mogelijke routes zijn ook naar een lokaal bier genoemd, nl de Club en de Nile Special). Hier flipt onze raft over en we vliegen met z'n allen het water in. Na wat proesten en adem happen tussen de golven, drijven we rustig met de stroming mee tot aan het eindpunt. Het water is aangenaam warm.
Een heel toffe dag met veel actie en wat verbrande benen en schouders...


De groep "extreme rafters": zeven mannen en één vrouw sterk


@KBC-Koen: 't is misschien geen kajak, maar het was wel supertof!





straf: op deze rapid bleven we dus nog recht (allez, we vielen er niet uit) :-)


Het kantelmoment

donderdag, november 15, 2012

Van Murchison Falls naar Ziwa

Na het opkramen van tenten en rugzakken, vertrekken we met de boot richting Lake Albert. Alfie rijdt de truck ondertussen naar de plaats waar wij met de boot zullen toekomen.
De boottocht is deze keer met momenten nogal saai. Er zijn niet veel hippo's in de buurt en qua birdlife hebben we het ook wel wat gezien. Wanneer we Lake Albert opvaren, is er weer wat meer activiteit: heel wat vissers zijn met hun kleine bootjes uitgevaren om te vissen. Toch nog wel leuk om te zien. Na de boottocht brengt de truck ons verder tot in Ziwa. In Ziwa is er een “Rhino Sanctuary”, een plaats waar sinds 2005 opnieuw “witte” neushoorns werden geïntroduceerd. Sinds 1983 zijn neushoorns in Uganda uitgestorven. De zes neushoorns die via dit project geïntroduceerd werden, komen van de VS en Kenia. Ondertussen zijn er ook al zes kleintjes bijgekomen. De “sanctuary” is een afgebakend gebied van 7000 ha waar je de neushoorns te voet kan “tracken” (= ze volgen door hun sporen te zoeken). Wij tracken neushoorns Nandi en haar kleintje Malaika (of Angel in het Engels). Het voelt nog altijd wel wat aan als een tochtje in een zoo, maar toch leuk om de neushoorns van zo dichtbij te voet te kunnen benaderen en bezig zien.
Deze avond slapen we voor de laatste keer in onze tent. Daarna worden het weer normale kamers en bedden...


Een vissersbootje op Lake Albert


vissers (zowel mensen als vogels) aan Lake Albert


wij op wandel tussen de neushooorns (en zo dicht mag je dus komen)


de neushoorns Nandi en Angel


een stukje kraanvogel, een van de nationale symbolen van Uganda

woensdag, november 14, 2012

Game drive in Murchison Falls NP & boottocht op de Nijl

Vandaag starten we met een game drive in het geweldig mooie Murchison Falls NP. Hiervoor moeten we eerst met de truck op de ferry die ons naar de andere oever van de Nijl brengt. Tijdens de game drive zien we enkele leeuwen, nijlpaarden en onze eerste giraffen van deze reis. Een korte detour af het normale pad om wat dichter bij giraffen te komen, zorgt er bijna voor dat we een boete van 150 usd moeten betalen. Uiteindelijk kon Alfie (onze gids) de parkwachters toch overtuigen dat het niet helemaal duidelijk was dat het geen track was waarop we reden, zodat we niet moesten betalen.
Terug bij de rivier aangekomen, is het lunch-tijd. Een paar bavianen lonken naar onze picnic-waren, maar we zijn aandachtig genoeg om ze ons niets te laten afsnoepen. Totdat we alles weer in onze truck hebben geladen, klaar om de rivier opnieuw over te steken: een baviaan loopt en springt pijlsnel de truck in, neemt een zak met brood en is ermee weg. Niet zo'n lompe beesten, die bobejanen (= Afrikaans voor bavianen)! Na de oversteek met de ferry zijn we snel weer aan onze kampplaats. Vandaaruit wandelen we naar de rivier voor een boottocht op de Nijl. We zien vooral veel nijlpaarden, vogels, enkele bavianen en een kleine krok.
Weeral een geslaagde dag!


Een hippo in de Nijl


Een giraf in Murchison Falls NP


Allerlei beestjes


Hartebeesten


Een paar giraffen...


... en een koppel leeuwen


Een Pumba aka wrattenzwijn


Een baviaan


Nijlpaarden in de Nijl

maandag, november 12, 2012

Chimp tracking & Murchison Falls

Vandaag moeten we vroeg uit de veren omdat we twaalf uur de baan op moeten: van Rwenzori naar Murchison Falls NP, een heel eind verder in het noorden. We breken onze tenten op in het donker en om vijf uur 's morgens zijn we alweer op weg. We rijden via Fort Portal en Hoima en maken een stop om wat inkopen te doen in Masindi. Onze bestemming voor vandaag is het Budongo Forest Reserve, waar we morgen een chimpansee tracking zullen doen. Hier slapen we voor een keer niet in onze tent, maar in “dorms” of slaapzalen van telkens twee stapelbedjes. De volgende morgen gaan we op zoek naar de chimpansees. Onze gidsen hebben de beestjes al vrij snel gevonden, hoog in de bomen slingerend. Wat minder indrukwekkend dan de gorilla's, maar toch wel leuk. Na de chimp tracking gaan we op weg naar de Murchison Falls, een spectaculaire waterval. Het water komt met veel geweld en lawaai in groot volume naar beneden gedonderd. Geweldig! We picnic'en vlakbij de waterval met mooi zicht op de rivier om daarna onze rit verder te zetten naar onze kampplaats voor vannacht: Murchison River Lodge. De bar van de lodge heeft een prachtig wijds uitzicht over de Nijl. 's Avonds kan je hier hippo's spotten die uit het water komen, helemaal tot aan de kampplaats. Wij hebben ze jammer genoeg niet gezien.


Onderweg moeten er al eens hindernissen genomen worden. Het is hier nog steeds regenseizoen...


Een chimpansee hoog in de bomen


En nog een paar...


Bovenaan Murchison Falls


De twee watervallen


Zicht op de Nijl

zaterdag, november 10, 2012

Rwenzori Mountains

Na het Ishasha-wildpark trekken we vandaag de bergen in: de Rwenzori Mountains, de hoogste bergen van Uganda, met toppen boven 5.000 meter. Een mooie rit ook hiernaartoe, waarbij we gewoon langs de weg geregeld heel wat impala's, gazelles en waterbokken zien. In de vroege namiddag komen we op onze bestemming aan: een klein dorpje in de bergen, waar we even later vertrekken voor een “village walk”. Die verloop grappig genoeg helemaal op z'n Afrikaans: we gaan eerst langs bij de “blacksmith”. Die blijkt niet thuis te zijn “Strange, normally he is always around, that's why I didn't bother to enquire upfront. I apologize for that”. Dan maar meteen door naar “the storyteller”. Die blijkt ziek te zijn volgens zijn zonen, en naar het ziekenhuis gegaan voor onderzoek. “I am so sorry, my apologies”. Gelukkig zijn nadien de “craftsmaker”, de “traditional healer” en de “sustainable farmer” wel thuis, maar heel erg onder de indruk zijn we toch niet. Dan maar terug naar de campsite voor een lekker maal, en vroeg onder de wol, want morgen staat er een serieuze rit van 12 uur op het programma, en moeten we al op 5 uur vertrekken (dus +- 4u15 opstaan en in het donker onze tentjes afbreken)... Slaapwel!


Onderweg inkopen doen op op een klein marktje


De "traditional healer" in vol ornaat

vrijdag, november 09, 2012

Ishasha - Queen Elisabeth NP

Na de gorilla's van Bwindi, rijden we met onze truck naar het gigantische Queen Elisabeth National Park. Na een reis-voormiddag en een relax-namiddag is het de volgende dag tijd om met een game drive het deelpark Ishasha te verkennen. Dit park is vooral bekend voor zijn “tree climbing lions”, en is een van de weinige wildparken waar leeuwen ook effectief in bomen kruipen. En de dag begint al meteen goed: we zijn het park nauwelijks ingereden of we krijgen meteen te zien waarvoor we gekomen zijn: in een grote vijgenboom zien we 3 leeuwen liggen soezen in de ochtendzon. We blijven zeker een half uurtje kijken naar dit prachtige schouwspel voor we de rest van het park rondtoeren. Het park is best wel mooi, en we zien ook voor het eerst buffels (net een uit de kluiten gewassen koe op steroïden), de blijkbaar uiterst zeldzame shoebill-vogel (of schoenbekooievaar in het Nederlands), wrattenzwijnen, allerlei soorten antiloopachtigen en heel wat verschillende soorten arenden en gieren. Qua wild is het toch iets minder dichtbevolkt dan bijvoorbeeld Etosha in Namibië, maar blijkbaar heeft dat ook te maken met het feit dat dit park helemaal niet omheind is, zodat de dieren vrij kunnen komen en gaan (dus ook de leeuwen, gezellige gedachte voor de omwonenden :-), terwijl rond het hele Etosha-park wel een hek staat. 's Middags keren we terug naar onze “At the river”-campsite voor de lunch en wat relaxen, langs een echt wel verschrikkelijk slechte weg, maar gelukkig raken we onze 4x4-truck er telkens opnieuw wel weer door.'s namiddags keren we terug naar het park voor een rit langs de zuidkant ervan, maar jammer genoeg zien we daar heel wat minder wild. Toch weeral een leuke dag die wordt afgesloten met een etentje aan de waterkant waar we 's avonds ook nog een enzame hippo zien passeren, grappig. Dit smaakt naar nog, gelukkig moet er nog heel wat komen, maar dat horen jullie later wel weer...


We verlaten 's morgens de wouden van de gorilla's in de mist


De boomklimmende leeuwen in Ishasha


En nog een boomklimmer


Antilopes in het mooie Queen Elisabeth NP


Onze eerste olifanten in Queen Elisabeth NP


Aan het onbijt in @ the river camp

woensdag, november 07, 2012

Bwindi Impenetratable Forest NP

Na alweer een lange rit van een uur of 5à6, komen we aan in een van de dorpjes in de buurt van Bwindi Impenetratable Forest NP. Dé reden om tot hier te komen, zijn de berggorilla's die je hier kan proberen te spotten. In heel de wereld leven er nog zo'n 800, en in Bwindi vind je ongeveer de helft hiervan. De rest zit in Rwanda, en in de Virunga's in Congo. Nadat we gisteren vanuit Lake Bunyonyi hierheen zijn gereden, werden we 's avonds ingelicht over wat onze de volgende dag te wachten zou staan: opstaan om 6u, ontbijten, daarna een half uurtje rijden over een hele slechte weg naar het NP voor een briefing over do's en don'ts door parkwachters, en dan op pad in kleinere groepjes. Wij zullen samen op pad gaan met het Nederlandse koppel, en vinden dat zeker ok: een heel leuk koppel en bovendien zien het er behoorlijke stappers uit, en ook leuk meegenomen: ze hebben een indrukwekkend arsenaal aan fotomateriaal bij, en zullen dus zeker leuke plaatjes kunnen schieten van de gorilla's :-) Verder vormen ook de Canadezen een groepje met hun drieën, en zitten de andere 6 in een Duitstalig groepje.
De volgende morgen wroeten we ons een weg door de modder, krijgen we wat uitleg aan de rand van het woud, en moeten we gek genoeg heel de weg terugrijden om het park via een andere kant binnen te gaan, eigenlijk op 5 minuutjes aan de andere kant van ons hotelletje/campsite. We beginnen pas te stappen rond 9u45, maar rond een uur of 7 zijn er ook al 2 “trackers” vertrokken, een soort verkenners die vooruit worden gestuurd en de gorilla's moeten lokaliseren zodat de gidsen weten waar ze later de toeristen moeten naartoe brengen. Die trackers beginnen op de plaats waar ze de vorige dag de gorilla's het laatst hebben gezien, en proberen dan hun spoor te volgen. Hoelang ze erover doen om de gorilla's te vinden, kan blijkbaar sterk verschillen: de gorilla's maken elke dag een nieuw nest, en soms ligt dat vlakbij, maar soms ook heel wat verder weg. Daarom kan men ook niet op voorhand zeggen hoe lang je zal moeten wandelen om de gorilla's te zien te krijgen (als dat überhaupt al lukt). Eerst wandelen we vrij vlak door de velden, maar al vrij snel moeten serieus stijl omhoog. Gelukkig is onze conditie blijkbaar behoorlijk goed, en kunnen we er een aardig tempo op nahouden. Eens op de top van de eerste heuvel, verandert het landschap plotsklaps: wandelden we eerst nog door terrassen met plantages, dan begint nu opeens het “impenetratable forest”, een zeer dichtbegroeid en vochtig regenwoud. We wandelen tot ongeveer half twaalf in het park, maar omdat we dan op een tweesprong komen en de trackers de gorilla's nog niet hebben kunnen lokaliseren, lassen we een rustpauze in om zeker niet de verkeerde kant op te gaan. Na een uurtje krijgen we het bericht dat de trackers ondertussen toch de gorilla's hebben gevonden (jippie!!!), dus kunnen we verder op weg. Na nog eens een klein halfuurtje (waarbij het jammer genoeg ook flink beginnen regenen is), vertelt de gids ons dat we onze wandelstokken moeten achterlaten om de gorilla's niet af te schrikken. We zijn dus kennelijk vlakbij, spannend!
Nauwelijks enkele tientallen meters verder zien we hem: de brede rug van een silverback (volwassden mannetjesgorilla) die onder een boom zit te schuilen voor de regen, enorm indrukwekkend! We zitten op nauwelijks 3-4 meter van deze kolos, schuin boven hem. En het wordt nog indrukwekkender wanneer hij blijkbaar ietwat geïrriteerd raakt, en een schijnaanval uitvoert op onze groep, wat gepaard gaat met luid gebrul. Gelukkig staan de 2 trackers en onze gids vlakbij en weten ze wat ze moeten doen: zelf ook veel lawaai maken en hard op de grond kloppen met hun machete. Gelukkig werkt het en gaat de gorilla wat verderop zitten. Even later blijkt waarom de silverback zo agressief, of beter gezegd beschermend was: uit de bosjes komt een vrouwtje met een kleintje op haar buik. We hebben het geluk deze 3 en later ook nog 3 andere gorilla'ste mogen volgen gedurende bijna anderhalf uur, echt super!
Een beetje moe maar zeker voldaan keren we naar onze auto terug, maar jammer genoeg krijgen we het laatste kwartier van de tocht nog een gigantisch zware stortbui over ons heen en zijn we echt kletsnat. Het zal nog 2 dagen duren op onze spullen (rugzakken, kleding en schoenen) droog te krijgen, maar het was het zeker waard! 's Avonds op de campsite worden we nog vergast op een soort van Ugandees zang- en dansfeest wat eigenlijk best nog wel leuk was. En toen was het alweer slaapjestijd.
Tot de volgende!



















En onze Nederlandse medereizigers maakten volgend leuk filmpje van deze dag (dikke merci aan Erik en Diane!!!)